1. Ga naar https://mijn.actablue.com/
2. Login met jouw accountgegevens
3. Selecteer jouw administratie en locaties
4. Ga onder instellingen naar instellingen
5. Scroll naar de sectie Schapkaartjes printers
6. Voeg een nieuwe printer toe
Naam: Vul hier de naam in van de printer zodat het later duidelijk te herkennen is
IP: Vul hier het IP-adres in van de printer. Dit wordt alleen gebruikt voor de Bixolon printer. Als je deze vergeten bent kun je in de Web Print SDK op de printer die in de lijst staat klikken en vervolgens op de knop βPrinter settingβ klikken om deze informatie te zien (Voor meer informatie kijk in de Bixolon printer handleiding).
Poort: Vul hier de poort in van de printer. Dit wordt alleen gebruikt voor de Bixolon printer. Als je deze vergeten bent kun je in de Web Print SDK op de printer die in de lijst staat klikken en vervolgens op de knop βPrinter settingβ klikken om deze informatie te zien (Voor meer informatie kijk in de Bixolon printer handleiding).
DPI: Vul hier de DPI in van de printer. Deze is vaak te vinden in de handleiding van de printer maar kan vaak ook worden gevonden door de specifieke printer te googelen als naam van printer DPI. Het is belangrijk om het DPI goed in te vullen omdat dit ervoor zorgt dat de labels in het juiste formaat worden geprint.
Type: Selecteer hier het type printer dat je gebruikt
Papier type: Selecteer hier het type papier dat je gebruikt. Dit geldt alleen voor de Bixolon printer.
De opties hierbij zijn:
Gat lengte: Dit is de lengte van het geperforeerde deel van de labels. Meestal is dit 5mm. Dit geldt alleen voor de Bixolon printer.
Gat instap: dit is de afwijking waarmee de printer stopt nadat hij de scheiding tussen labels heeft gedetecteerd. Dit geldt alleen voor de Bixolon printer.
Klik op opslaan wanneer je alles hebt ingevuld.
7. Scroll naar de sectie Schapkaartjes
8. Vul hier de informatie in over hoe je jouw Schapkaartjes geprint wil hebben
Code type op template: Selecteer het type code SKU of EAN die je wil gebruiken op je Schapkaartje
Standaard printer: Dit is de standaard printer die wordt gebruikt bij het printen. Het is belangrijk om te weten dat deze printer dan de DPI bepaald. De DPI zorgt ervoor dat het Schapkaartje op het juiste formaat wordt geprint voor die printer. Wanneer je dit hebt ingesteld maar vervolgens wil printen met een andere printer, kan het dus zijn dat je labels op een verkeerd formaat worden geprint.
Standaard printer layout: Als je een vast design hebt voor je Schapkaartjes kun je deze hier selecteren.
Standaard ESL (Electronic Shelf Label) layout: Als je een vast design hebt voor je ESL Schapkaartjes kun je deze hier selecteren. Let op dat deze layout de ESL-optie aan moet hebben staan.
Munteenheid op layout: Selecteer hier de munteenheid die je wil gebruiken op je Schapkaartje.
GeΓ―nverteerd printen (wit op zwart): Met deze optie worden de kleuren op je Schapkaartje geΓ―nverteerd (wit wordt zwart en zwart wordt wit).
Maak je gebruik van een brother printer? Dan kan het nodig zijn om de optie geΓ―nverteerd printen aan te vinken als je gebruik maakt van een zwart label.
Update ESLβs on template save: Door deze optie aan te zetten worden alle gekoppelde ESLβs die een Schapkaartjes design gebruiken automatisch geΓΌpdatet wanneer dit design wordt aangepast.
Disable Anti-aliasing: Door deze optie aan te zetten wordt er geen anti-aliasing meer gebruikt op je Schapkaartjes. Anti-aliasing zorgt ervoor dat randen van afbeeldingen en tekst worden gladgetrokken. In het voorbeeld hieronder kun je het verschil zien.
Vergeet niet om na het invullen van alle instellingen op opslaan te klikken onderaan de instellingenpagina.